Historiek
Algemeen
Het publiek verrassen en uitdagingen voor de acteurs/actrices creëren, dat maakt toneel voor Teater Lier vzw boeiend.
Met een zeer gevarieerde programmatie en een acteursploeg van 6 tot 76 brengt Teater Lier al veertig jaar theater op de planken, van comedy tot experiment. Geruggesteund door een sterke ploeg achter de bar, in het decoratelier en op het secretariaat gaat Teater Lier geen uitdaging uit de weg.
De kring werd in 1977 gesticht als Toneelkring Teater Lier. In 1987 wordt Jeugd Teater Lier opgericht. Toneelkring Teater Lier en Jeugd Teater Lier vormen in 2000 samen Teater Lier vzw. Teater Lier vzw is aangesloten bij Opendoek vzw.
Historiek
Toneelkring Teater Lier wordt op 23 november 1977 opgericht en staat voor het eerst op de planken op 4 november 1978 met het blijspel “Mag ik je vrouw even lenen ?” van Gaston Gheuens, die ook de regie doet. Het is een schuchter begin dat enthousiasme wekt maar vooral aanzet tot bezinning.
In 1981 neemt de kring een tweede start met “Thuis” van Hugo Claus. Guido Maeremans zal ook de daaropvolgende jaren tekenen voor de regie van o.a. “Als ma van huis is” , “De dag dat de paus ontvoerd werd”, “De Snullen” en “Arm Vlaanderen”.
Toneelkring Teater Lier brengt ondertussen ook wagenspelen zoals “Nu Noch” en “De Klucht van den Buskenblazer” . Met “De Bank der Minne” van Jaak Vermeulen neemt de kring in 1984 deel aan een éénakterfestival van het Comité Amateurtoneel België Nederland (CABN). Een jaar later brengt Toneelking Teater Lier “Greenwich” van Walter Van den Broeck in Kesteren (provincie Gelderland – Nederland).
Na Guido Maeremans zijn verschillende regisseurs uit het beroepstheater bij de kring te gast met o.a. “De Ingebeelde Zieke” van Molière (regie Marc Lauwrys), ”Een plaatsje onder de zon” van Georges Michel (regie Door Van Boeckel), “Lili en Marleen” van Walter Van de Velde (regie Marc Lauwrys) en “Mensen …” naar verhalen van Anton Tsjechow (regie Pol Goossen).
Met “De Drie Jeannes” begint een druk reisprogramma van een goed gesmaakte café-theater-productie. Nadien volgt op het reisprogramma “Open Huwelijk” van Dario Fo en “Buitenwippers” van John Godber. Met “Buitenwippers” is Toneelkring Teater Lier ook te gast in het Fakkelteater in 1994 en 1995. In 1996 staat de kring opnieuw in het Antwerpse Fakkelteater, eerst met “De Primus” , en dan met “De Bruiloft” van Bertolt Brecht.
Aan de programmatie besteedt Toneelkring Teater Lier heel wat aandacht. Maatschappelijke thema’s als werkloosheid (in “Schafttijd” van Paul Coppens) en vrouwenemancipatie ( “De Drie Jeannes” ) komen aan bod. Naast Vlaamse hedendaagse auteurs (Hugo Claus, Tom Lanoye, Walter Van den Broeck) kiest de kring ook werk van klassieke meesters uit de wereldliteratuur (Molière, Tsjechow, Fo en Brecht).
Jeugd Teater Lier wordt in 1987 in de schoot van de vereniging opgericht en brengt jaarlijks een productie voor kinderen en voor al wie jong van hart is. “Pippi Langkous” van Astrid Lindgren, “Jungle Boek” van Rudyard Kipling, “Romeo en Julia” naar William Shakespeare, “De Klokkenluider van de Notre-Dame” naar Victor Hugo en “Alice in Wonderland” van Lewis Carroll zijn enkele van de succesvolle jeugdproducties die onder leiding van huisregisseur Dirk Callens worden gerealiseerd.
Met “Mistero Buffo” en “Ghetto” ontdekt Teater Lier een unieke weg, die onder leiding van Dirk Callens gretig wordt ingeslagen: grootse producties, met veel volk op de scène. Beide voorstellingen worden een enorm succes, en de kracht van een grote groep wordt een handelsmerk voor Teater Lier in de daaropvolgende jaren.
Teater Lier brengt sinds de eenentwintigste eeuw ook theater voor en met jongeren. “Hou me vast!” naar Julius Feiffer in een regie van Nans De Haes is daar in 2001 een eerste succesvol voorbeeld van. Later volgen ‘De stoel van Stanislavski’ van Guido Van Meir en ‘De Jossen’ van Tom Lanoye. In 2002 wordt ook de eerste jongerenvoorstelling met volwassenen gespeeld: ‘Rooms begonnen, half gewonnen’ speelt in een voor de gelegenheid tot theaterzaal omgebouwd Karthuizershof.
2000 betekent een nieuwe start voor Teater: de vzw Teater Lier wordt opgericht, deze overkoepelt de werking van Toneelkring Teater Lier en deze van Jeugd Teater Lier.
De eenentwintigste eeuw brengt ook een heel aantal nieuwe uitdagingen. Teater Lier wordt samen met Arlechinno en Lyra de trotse uitbater van ‘De Spaanse Poort’, een theaterzaal in het vertrouwde Den Bril, waar het gros van de voorstellingen wordt gespeeld. De eerste voorstelling die Teater speelt is ‘Wat doen we met Bompa?’ van Ruud de Ridder, een gelegenheid die de kring te baat neemt om Paul Wuyten te vieren, van bij het begin zowel op als achter de scène een grote kracht.
In 2005 speelt Teater Lier voor het eerst in Cultuurcentrum de Mol. Met ‘De Man van La Mancha’ worden de avonturen van Sancho Panza en Don Quichote temidden van een stapel reuzeboeken verteld door een grote cast van jong en oud, stilaan een handelsmerk van Teater Lier en van regisseur Dirk Callens. Later volgen – ook met grote en gemengde cast – ‘Daens, in de naam des volks’, ‘Als de wolf de passie preekt’ en ‘Lang leve den oorlog’.
Deze laatste voorstelling speelt niet alleen in De Spaanse Poort, maar in twee zalen tegelijkertijd. De Marollen is naast de flexibele black box een zaal met een podium en een vaste tribune. Lang Leve den Oorlog is de eerste productie die tegelijkertijd in deze twee zalen speelt, het eerste deel in De Marollen en het tweede deel in De Spaanse Poort, of omgekeerd.
Ook een nieuw pad dat Teater Lier bewandelt is dat van de kerstsfeer: Den Bril is immers een Anton Pieckachtige omgeving, ideaal voor een Dickensiaanse vertelling. In 2005 speelt Teater Lier voor de eerste keer ‘Scrooge’, een productie die wegens enorm succes in 2008 wordt hernomen.
Hoe groot de producties ook zijn die Teater Lier brengt, de intieme teksttheaterstukken worden niet uit de weg gegaan. Vanaf 2006 speelt voorzitter Jos De Haes ‘Het vaderland moest groter zijn’, een monoloog van Rudy Van Roy.
In 2010 krijgt Teater Lier er vier huisregisseurs bij. Vier leden van de kring volgen de cursus ‘Regie’ aan de SAMWD. Voor hun eindwerk kunnen zij uiteraard terecht bij de eigen kring. Het Stukwerkfestival wordt een theaterfestival voor jong en oud. ’De rattenvanger van Hamelen’ (regie Hans Kraat), ‘Van Muizen en Mensen’ (regie Jeaninne Hens), ‘The Beauty Queen of Leenane’ (regie Roland De Lathouwer) en ‘Rigor Mortis’ (regie Gert-Jan Janssens), stuk voor stuk producties die bewijzen dat Teater Lier niet alleen speel- maar ook regietalent in de rangen heeft.
Dat er van 2010 tot 2013 alleen eigen leden op de regiestoel zitten en we nog steeds beroep kunnen doen op deze regisseurs, hoeft niet te betekenen dat Teater Lier de externe regisseurs afzweert: Jan Verbist, Door Van Boeckel, Rikkert Van Dijk, Herman Boets, … Teater Lier blijft graag werken met beroepstheatermakers die al jaren in het vak zitten.
In 2012 wordt Teater Lier door een ongelukkig ongeval getroffen: Bob Eggers komt in de week voor de première van ‘Foei Minister!’ tijdens een repetitie ten val, en is voor een half jaar out. De uitverkochte voorstellingen moeten worden afgelast, maar onmiddellijk wordt besloten de productie het volgende seizoen te spelen.
De capriolen van de minister en zijn kabinetschef worden zo alsnog een groot succes.
Ook in thuisstad Lier is Teater Lier een graag geziene gast. In grote spektakels is de acteursploeg van Teater een vaste waarde: zowel bij de viering van 800 jaar stadsrechten (Lier800) als bij de Ommegang op de Sint-Gummarusfeesten van 2015 zijn de Teateracteurs goed vertegenwoordigd. Bij het doopfeest van de nieuwe reuzen (de kinderen van reuzen Pallieter en Marieke) wordt zelfs de voltallige reuzenstoet vertolkt door spelers van Teater Lier.
Ook nu blijft Teater Lier ambitieus. Van Shakespeare (Zot zijn doet wél zeer, naar Hamlet) tot hedendaagse auteurs (Het Diner, naar de roman van Herman Koch): Teater Lier blijft zijn acteurs en actrices uitdagen, zodat ze het publiek blijven verrassen, nu al bijna 40 jaar.